Nieuwe regeling kenteken-plaat: meer lasten dan baten

in
Nieuwe regeling kenteken-plaat: meer lasten dan baten
Laura D'Herck

Sinds 1 augustus 2025 kunnen we niet meer bij bpost terecht om onze kentekenplaat te laten schrappen. Je kentekenplaat moet nu rechtstreeks opgestuurd worden naar of afgegeven worden bij de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV) in Brussel.

Naar aanleiding van die wijziging nam BZB-Fedafin contact op met het kabinet van minister van Mobiliteit, Jean-Luc Crucke. Wij pleiten er namelijk voor de schrapping via bpost te behouden, omdat de kwaliteit van de dienstverlening van verzekeringsmakelaars onder deze wijziging zal lijden. 

Op papier klinkt het enigszins logisch: een besparing voor de overheid en de burger en naar verluidt minder administratie voor de verzekeringsmakelaar. De overheid wil de burgers zo namelijk aanmoedigen om hun oude kentekenplaat te behouden. In de praktijk blijkt de wijziging vooral extra werklast en kosten met zich mee te brengen en zijn er heel wat scenario’s waarbij deze wijziging het werk van de makelaar bemoeilijkt.

Schrapping? Wachten geblazen!

Verkoop je je wagen zonder meteen een nieuwe te kopen? Dan heb je niet langer meteen een schrappingsbewijs op zak. En dat bewijs is net cruciaal: verzekeringsmaatschappijen vragen het standaard bij een schorsing of annulatie van een polis.

Gevolg: het dossier blijft “on hold” tot de schrapping in de DIV-webmodule verschijnt of de cliënt het bewijs ontvangt. Ondertussen moet de makelaar het dossier opvolgen, de cliënt steeds opnieuw contacteren en extra administratie doen.

Voor de cliënt betekent het ook extra premiedagen betalen, want zolang er geen bewijs is, blijft de polis doorlopen.

Nieuwe wagen? Da’s dubbel werk!

Ook bij de aankoop van een nieuwe wagen loopt het vaak mis. Levertermijnen zijn tegenwoordig lang en onzeker. Cliënten houden hun oude auto dus meestal zo lang mogelijk bij. Dat betekent dat de oude wagen ingeschreven en verzekerd moet blijven. Voor de nieuwe wagen moet dan sowieso een nieuwe plaat en polis worden aangevraagd. Zodra de oude auto verkocht is, start het hele proces opnieuw: wachten, opvolgen en extra premiedagen betalen.

Wat bedoeld was als een besparing en vereenvoudiging, zorgt in de realiteit voor een hogere werklast en vertraging.

Extra obstakels bij DIV

Maar daar stopt het niet. De DIV kampt nog met andere pijnpunten. Zo zijn er lange wachttijden voor afspraken in sommige antennes. Bij verlies van een nummerplaat of inschrijvingsbewijs moet de burger een politieattest halen. Dat is slechts 14 dagen geldig. Kan hij of zij binnen die termijn geen afspraak krijgen, dan moet de burger opnieuw langs de politie. Voor burgers is dat een kluwen van procedures. En wie mag het allemaal uitleggen en begeleiden? Juist, de verzekeringsmakelaar.

Besparing voor de overheid, kosten voor de klant

Wat voor de overheid een besparing lijkt, vertaalt zich voor makelaars en hun cliënten in extra kosten en nodeloze rompslomp. De eenvoud van de schrapping via bpost is verdwenen. In ruil krijgen we vertragingen, veel meer administratie en ontevreden burgers.

Makelaars maken zich dan ook terecht zorgen. Want klanten willen geen gedoe, ze willen een snelle en eenvoudige oplossing. Zeker als het om hun mobiliteit gaat.

Back to the future?

Is er dan geen betere oplossing? Toch wel. BZB-Fedafin pleit voor een terugkeer naar het oude systeem in afwachtig van een betere dienstverlening van de DIV, een dienstverlening zonder al te lange wachttijden.

Voor de klant zou dat transparant en handig zijn; het oude systeem is goed gekend. En voor de makelaar zou het heel wat werklast en extra administratie schelen. 

Soms is eenvoud gewoon de beste oplossing.