Administratieve vereenvoudiging, een prioriteit voor de sector

De federale regering heeft duidelijk gemaakt dat ze zwaar zal inzetten op administratieve vereenvoudiging. Dit is iets dat we uiteraard al jaren horen, maar we geloven op basis van de voortgang die de regering hier wil maken dat het deze keer menens is. We zijn meteen op deze kar gesprongen en hebben via diverse adviesorganen, maar ook rechtstreeks, onze voorstellen tot vereenvoudiging overgemaakt. 

De grootste winst zien we te halen op het vlak van de verzekeringen. De Europese regelgeving legt aanvullende gedragsregels op voor verzekeringen met een beleggingscomponent. Het gaat dan onder andere over de passendheids- en geschiktheidstest. De Belgische wetgeving gaat veel verder en legt de aanvullende gedragsregels op voor alle spaar- en beleggingsverzekeringen, met uitzondering van tweede pijler. De meer gedetailleerde regels inzake belangenconflicten die Europa ook voorbehoudt enkel voor verzekeringen met een beleggingscomponent worden in België voor alle verzekeringen excl. tweede pijler opgelegd. 

We zien in de praktijk dat deze uitbreiding van de strengere regels voor andere verzekeringsproducten weinig bijdragen tot de consumentenbescherming en vooral voor overlast zorgen voor zowel de verzekeringstussenpersoon als de klant. 

Ook blijven we problemen hebben met een centraal registratiesysteem van bijscholing voor de werknemers. Nu de regering een minder belastend alternatief voor de Federal Learning Account plant, vragen we dat sectoren waar er een bijscholingsverplichting geldt hiervan worden vrijgesteld. Zeker als die bijscholingsverplichting door een toezichthouder wordt gecontroleerd, zien we geen meerwaarde in het bijhouden van deze bijscholing in nog eens een ander register.

Verder voor verzekeringstussenpersonen die werken op basis van vergoeding van de klant is het intussen duidelijk dat ze de jaarlijkse taks op verzekeringsverrichtingen moeten aangeven/ aanrekenen (?). We stelden verschillende vereenvoudigingen voor, waaronder een uniform tarief voor de taks, een eenduidig moment van opeisbaarheid en de mogelijkheid om de taks te betalen via één centraal rekeningnummer.

In een context van de snelle evolutie van digitale transacties pleit BZB-Fedafin voor de implementatie van een uniform systeem van digitale handtekeningen voor de bank- en verzekeringssector. Hoewel de regering zich niet kan inlaten met de privésector om 1 systeem in te voeren, kan ze wel een wetgevend kader creëren dat ervoor zorgt dat elke partij het gebruik van een digitale handtekening moet aanvaarden indien de klant dat wenst. 

BZB-Fedafin vraagt in het algemeen dat bij elk ontwerp, voorstel tot wijziging van of de invoering van bijkomende regelgeving in onze sector een objectieve impactanalyse gebeurt en dat daarbij de beroepsvereniging betrokken wordt alvorens bijkomende vereisten op te leggen aan de zelfstandige tussenpersonen. Dit geldt zeker voor de vereisten die niet dienen ter bescherming van de klant, maar eerder ter vergemakkelijking van de controles door de toezichthouders.

Naast deze sectorgelieerde voorstellen is er uiteraard nog op heel wat andere terreinen vooruitgang te boeken. Zo doet Unizo voorstellen om de administratieve overlast bij Kmo’s en zelfstandigen in het algemeen te beperken. BZB-Fedafin is als sectororganisatie bij Unizo aangesloten en kan ook via die weg input geven. 

De regering wil tegen uiterlijk eind 2025 concrete gebruiksvriendelijke (burgers en bedrijven) vereenvoudigingsvoorstellen. Wij zullen er in elk geval alles aan doen om onze voorstellen bij de bevoegde ministers te krijgen.